Na 1918 ontvluchtten honderden Vlaamse boerenfamilies de nasleep van de Eerste Wereldoorlog, de geldontwaarding, de ravage die de Spaanse griepepidemie aanrichtte, dakloosheid als gevolg van misoogsten, en emigreerden naar Amerika. Zo ook de 16-jarige, mooie Mette Boevers, samen met haar vader en haar licht verstandelijk gehandicapte broer Berre, maar zonder haar grote liefde Dree van wie zij zwanger is. De auteur (1954) schetst een indringend beeld van hoe het was om als derdeklas passagiers met het stoomschip Kroonland in twee weken van Antwerpen naar New York te reizen en met kunst- en vliegwerk door de immigratiecontrole te komen. Maar in Amerika zit het allemaal niet mee. In zekere zin is de 'achterlijke' Berre Mettes redding, een verhaalelement dat dit boek optilt boven het niveau van een doorsnee historische roman die ook een goed tijdsbeeld van het harde leven in New York geeft. Er volgt een happy end waarvan alle armen dromen. Geïllustreerd met enkele historische foto’s, tekst gedeeltelijk in schrijfletter. Vanaf ca. 15 jaar.