Wanneer Elenoor en haar vriend Erik op bezoek gaan bij vrienden die net een tweeling hebben gekregen, gaat het mis. Ze informeert of het klopt of moeders wel eens de aandrang kunnen hebben hun baby’s uit het raam te gooien. Ook de beschuit met muisjes laat ze aan zich voorbijgaan. Het 28-jarige hoofdpersonage uit De woongroep voelt de sociale druk om met haar vriend te gaan samenwonen en aan kinderen te beginnen. Maar wat wil ze zelf? Is dit haar leven, haar toekomst? Ze heeft geen grote dromen of idealen, maar vreest dat ze zichzelf verloren is, ergens tussen het streven naar geluk en naar het beeld dat de reclame daarvan schetst.
In haar tweede roman, die volgt op het succesvolle debuut Dorsvloer vol confetti, pakt de Nederlandse schrijfster France Treur aan wat je een generatieprobleem zou kunnen noemen. Eleanor gaat in een woongroep wonen, maar niet uit idealisme. En hoewel de woongroep wel een gezamenlijke groentemand aankoopt en af en toe een spandoek aan de g…
Read more
Wanneer Elenoor en haar vriend Erik op bezoek gaan bij vrienden die net een tweeling hebben gekregen, gaat het mis. Ze informeert of het klopt of moeders wel eens de aandrang kunnen hebben hun baby’s uit het raam te gooien. Ook de beschuit met muisjes laat ze aan zich voorbijgaan. Het 28-jarige hoofdpersonage uit De woongroep voelt de sociale druk om met haar vriend te gaan samenwonen en aan kinderen te beginnen. Maar wat wil ze zelf? Is dit haar leven, haar toekomst? Ze heeft geen grote dromen of idealen, maar vreest dat ze zichzelf verloren is, ergens tussen het streven naar geluk en naar het beeld dat de reclame daarvan schetst.
In haar tweede roman, die volgt op het succesvolle debuut Dorsvloer vol confetti, pakt de Nederlandse schrijfster France Treur aan wat je een generatieprobleem zou kunnen noemen. Eleanor gaat in een woongroep wonen, maar niet uit idealisme. En hoewel de woongroep wel een gezamenlijke groentemand aankoopt en af en toe een spandoek aan de gevel hangt, is de overtuiging er ook ver te zoeken. Wanneer hun huisgenoot Alexander verdwijnt, duurt het weken voor de andere bewoners het zelfs maar beseffen. De meest radicale bewoonster, Annerie, is vooral bezig met haar nieuwe minnaar, en het koppel Mattheo en Reve zoekt enkel mee naar Alexander in de hoop hun gestolen fietsen terug te vinden.
Deze zoekende generatie wordt echter niet genadeloos afgebeeld door Treur, maar vaak even halfslachtig als ze blijken te zijn. De woongroep blijkt niet anders te zijn dan de wereld erbuiten, maar het boek werpt zeker geen genadeloze blik op het hippieachtige idealisme van vorige generaties die nog geloofden de wereld te kunnen verbeteren.
Uiteindelijk is het boek erg modaal en modieus, en daarbij even vaag en zoekend als het hoofdpersonage. Eleanor heeft vriendinnen die plots aan sportrages gaan meedoen en zelf shopt ze op Amazon als ze zich niet goed voelt. Tegenover die banaliteit wordt echter niets geplaatst. Zelfs de angst voor de toekomst die in het boek sluimert, is modieus, herkenbaar en ontdaan van scherpe kantjes.
Bijkomend pijnpunt is de stijl. Moet het echt, die kromme taal van een twintiger ‘die momenteel helemaal into Fleet Foxes is’? Vaag raakt De woongroep heikele en hedendaagse thema’s aan zonder evenwel de waan van de dag te overstijgen. Dé roman over een generatie op de dool? Daarvoor gaat het boek zelf te veel de mist in. [Rasmus Van Heddeghem]
Hide text